Toen mijn jongste ook naar Agora wilde heb ik hem toch gevraagd om ook open dagen van andere scholen in de regio te bezoeken. Dat leverde verwarring op, omdat een aantal van hen ook termen gebruikten als 'coaching' en 'projecten' en het ook hadden over vaardigheden ontwikkelen in samenwerking. Dus toen ging ik op zoek naar wat nou precies Agora onderscheidt van andere scholen. Mijn eigen eerste 'een ouder blogt challenge'. Gedurende de jaren werd me steeds duidelijker dat Agora een meerwaarde heeft voor onze kinderen door haar eigen basisprincipe van 'relationeel autonoom leren'. Je kind leert er zoveel meer dan in het traditionele onderwijs! Ik vind het jammer, dat tot op de dag van vandaag er niet meer over verzameld en geschreven is. Daarvoor hoeven we echt niet te wachten totdat de Onderwijsinspectie of de wetenschap hun oogkleppen hebben afgedaan en breder kunnen kijken. Die opbrengst is er al jaren en staat wat mij betreft geheel los van de examenresultaten van een Agora-school! Een betoog op basis van mijn blogs uit 2017 en 2019.

Al jaren hoor ik de belofte dat er iets komt dat op een passende manier meetbaar maakt wat Agora nou 'oplevert'. Tot op de dag van vandaag zie ik daar weinig van. En het is eigenlijk zo ontzettend gemakkelijk. Niet voor een inspectie die rondjes blijft draaien binnen dezelfde encyclopedie of wetenschappers die zich buigen over meetbare criteria. Wel voor ouders en Agorianen als je ze vraagt hoe zij Agora hebben ervaren en wat het hen heeft opgeleverd! Daarnaast heeft Agora zelf eigen systemen die meetbaar maken hoe je kind zich ontwikkelt en de basis daarvoor ligt in de challenge-monitor en de voortgangsmonitor die door leerlingen van Wings Agora Roermond is ontwikkeld! Een verzameling uit blogs van 2017 en 2019 met de reflectie van nu...
Wat maakt het nou zo moeilijk om Agora meetbaar te maken? De criteria waar een school aan moet voldoen voor de inspectie, daar zie je als ouders weinig van. Je kunt het nalezen in de inspectierapporten. Wat je wel merkt als Agora-ouder, is dat er geen toetsen en cijfers meer zijn als je kind naar Agora gaat. Als een Agora-school zover is dat zij de eerste kinderen door het examentraject loodst, dan wordt er met argusogen door de omgeving gekeken naar het percentage geslaagden. Want zo doet het traditionele onderwijs dat. Maar zegt dat veel? In mijn ogen zegt het veel te weinig, behalve dat het door de hoepel springen van de eindtermen van een centraal schriftelijk minder goed gelukt is na al die jaren succesvol werken met challenges.
Teleurstellend is dat onderwijsvernieuwing -zoals het Agora-onderwijsconcept- wordt gemeten met traditionele maten. Het vergt begrip van wat Agora is en bereidheid om bestaande conditioneringen los te laten om de opbrengsten van Agora zichtbaar te maken. De vraag is alleen of er wetenschappers zijn, die dat kunnen en daartoe bereid zijn. Alle meetmethoden zijn immers nog gericht op het traditionele. Ik denk dat de beste meetexperts al bij Agora zitten: kinderen, ouders en coaches. Als je hun verhalen zou opnemen en een manier zou vinden om die kwantitatief te presenteren, dan heb je echt een heleboel informatie over wat Agora oplevert!
En dan zul je merken, dat er een groot verschil is in de benadering. Waar traditioneel onderwijs gaat over onderwijzen gaat Agora over ontwikkelen. Onderwijzen is het overdragen van kennis of vaardigheden. Het gaat uit van de overdracht van degene die het weet naar degene die het niet weet. Dat is de traditionele vorm van onderwijs. En wat je onderwijst zijn vakken; delen lesstof die samengesteld een profiel vormen en waarvoor eindtermen zijn vastgesteld die bij het halen van een voldoende op een toets veronderstellen dat je de stof beheerst. Bij het eindexamentraject moeten alle eindtermen via de lesstof behandeld zijn en wordt getoetst of je kunt slagen of niet. Dat is de normale aanvliegroute om kennis te vergaren en vaardigheden te ontwikkelen en daarvoor een diploma te behalen. Alles wat hier staat is voor het kind bepaald, extrinsiek dus. Het kind mag een pakket kiezen, maar kiest niet zelf zijn pad.
Als je naast kennis kijkt naar vaardigheden, dan zie je dat op een traditionele school het gaat over het kunnen samenwerken, presenteren en initiatief tonen bij klassikaal vooraf gedefinieerde projecten die individueel worden uitgewerkt. Dingen die je goed of minder goed kunt worden beoordeeld op basis van vooraf gedefinieerde ‘geobjectiveerde’ scores die een leerkracht -subjectief- beoordeelt. De school beoordeelt vanuit het systeem de leerling. Klassikaal wordt bepaald wat de individuele leerling moet doen.
Bij Agora ligt de basis in het relationeel autonoom leren dat uitgaat van de intrinsieke motivatie van het kind zelf! Het uitgangspunt is zichzelf mogen ontwikkelen of mooier in het Engels uitgedrukt 'Owning your development and growth'. Dat is dus waar het om draait! Agora onderscheidt een zevental vaardigheden of liever gezegd ‘the 7 habits of Agora*’ waarin je kind zelf inzicht kan krijgen waar het staat en wat het wil bereiken! Dat gaat van verantwoordelijkheid voor je eigen ontwikkeling tot en met informatie weten te vinden en op waarde kunnen schatten. En niet alleen het kind geeft weer waar het staat, ook de coach observeert waar het kind staat en bespreekt dat samen. De vastlegging hiervan gebeurt in de Agora ProcessMonitor*. Dat wat het kind allemaal oppakt om te leren, dat vind je terug in de Agora ChallengeMonitor*. Samen vormen zij gedurende de tijd de portfolio van een Agoriaans kind waarin je de ontwikkeling kunt volgen én waarin je steeds beter het individuele profiel van het kind kunt gaan zien!
Agoriaans 'scoren' is dus je individuele kwaliteiten ten volle benutten! Je mag ‘scoren’ op een schaal als het gaat om je eigen ontwikkelmogelijkheden en dat hoeft niet altijd de uiterste score van de schaal te zijn! Dus laat ik het woordje ‘scoren’ maar ook meteen relativeren; dit is een hele andere waardering dan de gebruikelijke scores ‘slecht-matig-voldoende-goed-uitstekend’ op een horizontale lijn met uiterste scores die voor allen gelijk zijn! Het gaat bij Agora om inzicht verkrijgen in je eigen ik en waarin je je wilt en kunt ontwikkelen! Met andere woorden: waar je staat, waar je naartoe wil en wat je daarvoor moet doen. Dat is de basis voor het monitoren van vaardigheden bij Agora. En dat begint dus bij het kind en bij zijn of haar intrinsieke motivatie en zijn potentieel.
Daarbij komt, dat alle vaardigheden zoals samenwerken en presenteren al een logisch onderdeel zijn van Agora doordat kinderen qua leeftijd en ervaring door elkaar in coachgroepen zitten en er in de challenge-aanpak allerlei manieren zijn om het alleen te doen of samen, maar ook om voor de footprint van je challenge - laten zien wat je hebt geleerd - te kiezen op welke wijze je dat doet. Dat kan het houden van een presentatie zijn, maar ook een verslag of een workshop of een video... Met andere woorden, vaardigheden zijn al een logisch onderdeel in de basis van Agora. Het mooie is ook dat burgerschap er integraal al in zit, waar andere scholen er nu een 'vak' van maken.
Als er geen vastgestelde wijze van examinering zou zijn, dan zou een Agoriaans kind gewoon zijn eigen leerpad doorlopen en gedurende de reis zijn proeve van bekwaamheid verzamelen in een van portfolio van challenges, inspiratiesessies en nog allerlei andere varianten van ontmoetingen op het gebied van kennis en vaardigheden. In principe is de verzameling van challenges in combinatie met de voortgangsmonitor een soort van loopbaanontwikkeling. Na wat nieuwsgierigheid naar van alles in het begin, zie je dat zich een patroon kan aftekenen wat een kind echt leuk vindt en waarin het zich verder wil bekwamen. Eerlijk is eerlijk, dat lukt niet altijd. Wat ik zie is dat veel Agorianen zich breed ontwikkelen omdat ze een brede (maatschappelijke) interesse hebben en open in de samenleving staan. Ik zie het ook als een (positief) gevolg van Agora. Iets dat enorm voor Agora spreekt is een brede belangstelling van de kinderen mogelijk maken, een leven lang leren stimuleren en het burgerschap als een vanzelfsprekendheid ervaren. Maar... in de huidige constellatie van niveau's, vakkenpakketten en studierichtingen maakt dat het niet gemakkelijker.
De meerwaarde van Agora is wat mij betreft dus vele malen breder dan het halen van een diploma zoals in het traditionele onderwijs: Een Agoriaans kind is zich bewust van zijn eigen kunnen en ‘niet-kunnen’, heeft zijn passies kunnen ontdekken en is daardoor gemotiveerd om te leren, ook na Agora! De weg van ontwikkelen verloopt langs nieuwsgierig zijn, ontdekken, uitvoeren en reflectie maar ook langs verveling, creatieve flow en het voldane gevoel om iets af te ronden. Wat je kind dus al kan leren en waarin het voorloopt op leeftijdsgenoten zijn zelfstandigheid, zelfbewustzijn, zelfvertrouwen, doorzettingsvermogen, veerkracht, weerbaarheid, sociaal bewustzijn en burgerschap! Dat meet een inspectie niet en dat zit niet in slagingspercentages. Het zit intrinsiek in de Agoriaan, die het vervolgonderwijs instapt. Een vervolgonderwijs dat daar nog niet mee weet om te gaan waardoor het nog niet verzilverd kan worden. Dat is dus wat we missen als wetenschappers of inspectie willen gaan meten. Het zit niet in het perspectief van het onderwijs, dat zich richt op 'onderwijzen' en niet op ontwikkelen.
Alles begint dus met het opnieuw definiëren wat we met ons onderwijs willen. En daarin loopt Agora misschien nog wel teveel voorop. Agora zal ook nog verder mogen sleutelen aan een 'gelijkwaardig' alternatief voor het diploma dat kan laten zien dat een Agoriaan 'bekwaam' is om verder te gaan op zijn weg. Maar ondertussen neemt niemand mijn kinderen nog af wat ze 'onderweg' bij Agora hebben geleerd en ik ervaar dagelijks dat dat veel meer is dan in het traditionele onderwijs! En ik vermoed dat vele Agora-ouders en Agorianen dat met me eens zijn!
Reactie plaatsen
Reacties