Met de gouden driehoek bedoelen we binnen het Agora-onderwijs de relatie tussen de leerling, de coach en de ouder. Het is ‘goud’ als deze optimaal werkt, maar wat is daarvoor nodig en van wie? En ziet die driehoek er dan altijd hetzelfde uit?
Gedurende de jaren is het voor mezelf steeds duidelijker geworden dat deze relatie tussen leerling, coach en ouder het Agora onderwijs kan maken of breken. En dat is vaak een niet bewuste invloed die een van de drie uitoefent in onderlinge relatie met elkaar. De leerling staat voor mij bovenaan; Het is ons Agorakind waar we als coach en ouder verantwoordelijk voor zijn een optimale omgeving te creëren waarin het zich kan ontwikkelen.
Zien we welke rol de coach speelt in deze driehoek? Moeten we niet veel explicieter maken hoe we elkaar beïnvloeden in de driehoek en wat dat betekent voor het slagen van Agora onderwijs?
Ouders zijn er in alle soorten en maten; van betrokken tot afstandelijk, van eigenzinnig tot meegaand. Wat nu de ‘beste’ Agora ouder is, is moeilijk te zeggen. Een betrokken ouder die continu bovenop het kind zit biedt weinig ruimte voor regie over eigen ontwikkeling, een afstandelijke ouder biedt weinig houvast en basis. Zelfs de meest ‘natuurlijke’ Agora ouder zal nog ervaren dat er nog genoeg te ontscholen valt als het gaat om het creëren van de ontwikkelomgeving die het kind nodig heeft.

Mijn eigen ervaring is dat de meeste vragen van ouders meer zeggen over de ouder en zijn eigen perspectief op de wereld dan dat de vragen met het kind te maken hebben. Na een enthousiaste start van het kind op Agora komt er toch vaak de twijfel en de behoefte aan zekerheid dat het allemaal wel tot dat diploma gaat leiden of in ieder geval naar een vervolgmogelijkheid na Agora. Ouders raken hun houvast en rol kwijt, doordat er niet meer het huiswerk is of het cijfer dat de vermeende zekerheid gaf dat het allemaal goed gaat op school.
Ouders die nog te weinig Agora ouder zijn en nog te weinig ontschoold, hebben de neiging boven op hun kind te gaan zitten met vragen over prestaties, maar ook door te veel mee te willen denken met challenges, diepgang aan te bieden, thuis het kind huiswerk te laten maken en allerlei regels te gaan bedenken over het gebruik van telefoon en internet en bijvoorbeeld het verplichte lezen. Met andere woorden; ze gaan misschien wel veel te snel op de stoel van de coach zitten! Ze zijn niet gewend om ‘gewoon’ naar hun kind te kijken en moeten leren hoe ze ze hun eigen vragen en zorgen onderscheiden van het ontwikkelproces van hun kind. Het is veel meer de insteek van “Hoe was je dag?” dan “Wat heb je vandaag gedaan?” leren aan te nemen. Niet gemakkelijk, wel noodzakelijk!
De coach krijgt dus naast het unieke kind ook met de unieke ouder te maken, gratis erbij! En mijn ervaring is dat die ouder met nog niet ontschoold gedrag veel ongewenste impact kan hebben op de coach en zijn rol en consequenties kan hebben voor het ontwikkelproces van de coach tot Agoriaans meester, het zelfvertrouwen en de authenticiteit. Het effect kan zijn dat de coach moet opboksen tegen de ouder en het kind uiteindelijk geremd wordt in zijn ontwikkeling. Hoe werkt dat?
Neem het label van hoogbegaafden waar ik een aantal blogs aan heb gewijd; Agora heeft geen noodzaak aan labels door het ontbreken van niveaus en het door elkaar plaatsen van leeftijden. Uniciteit mag en is zelfs ‘gemeengoed’. Een label is vaak een houvast geworden voor de ouder die daarmee binnen het reguliere onderwijs aandacht moet zien te krijgen voor aansluiting van het onderwijs voor zijn kind. Ik schrijf met opzet onderwijs en niet ontwikkeling omdat elk kind binnen het reguliere gevraagd wordt in dezelfde dwangbuis te stappen als de hoogbegaafde, maar wat beter lijkt te lukken…. De piramide van ‘uitsluiting’ bij hoogbegaafdheid door steeds meer externe expertise in te schakelen naarmate de hoogbegaafdheid ‘erger is’, is funest voor het hoogbegaafde kind om zich gewoon normaal te kunnen voelen als zichzelf….
Een ouder die continu benadrukt dat zijn kind hoogbegaafd is en het kind dat zelf niet beter meer weet dan dat het een buitenbeentje is betekent een blokkade voor de coach om het kind gewoon net als alle andere kinderen als ‘uniek’ te benaderen in de groep. De coach wordt continu gevraagd het checklijstje af te vinken vanwege de hoogbegaafdheid. Als er al opening is bij het ontdekken van de intrinsieke motor van het kind dan is er het risico dat deze zich weer sluit als de ouder niet mee ontwikkelt. De zorgen die ik me daarover maak is dat de coach wellicht gaat denken dat hij niet meer kan coachen en externe expertise moet inschakelen onder de druk van de ouder. En als dat geldt voor het gehele team van coaches, dan leidt dat tot het meer willen verkrijgen van kennis en expertise over hoogbegaafdheid. Nieuwsgierig zijn kan geen kwaad, het als noodzaak zien om te kunnen coachen is funest voor de uitgangspunten van Agora onderwijs!
Wat ik daarom zou willen benoemen als noodzakelijk in de leeromgeving van het Agora kind zijn Veiligheid, Vertrouwen, Vrijheid en Verbinding, de 4 V's. Een veilige omgeving bestaat niet alleen uit een fysiek veilige omgeving – denk aan pesten – maar ook aan een omgeving waarin het veilig is om jezelf te zijn. Vertrouwen is loslaten en durven uitgaan van de afspraken die de coach met het kind maakt en observeren wat er gebeurt in plaats van willen controleren en beheersen of manipulatief coachen (stiekem toch sturen). Vrijheid is de ruimte ervaren om te mogen ontdekken vanuit jezelf en fouten mogen maken. Verbinding is je onderdeel voelen van de groep. De verbinding en vrijheid horen in een bepaalde harmonie met elkaar te zijn, zodat je je kunt blijven verbinden zonder je identiteit te verliezen.
Herkent de coach de vragen van de ouder en kan hij ze herleiden tot de 4 V’s voor het kind? Waar ontbreekt veiligheid en vertrouwen en hoe sterk is de band met het kind om het te kunnen loslaten? Wat zie je bij de ouder gebeuren? In hoeverre is de ouder hiervoor aanspreekbaar? Staat de ouder open om zich te laten spiegelen allereerst door zijn eigen kind en in de gouden driehoek door de coach?
Die omgeving met de vier V’s is dus net zo hard nodig voor de coach: in hoeverre voelt hij zich zowel autonoom als onderdeel van het team van coaches en hoe veilig voelt hij zich als coach om te kunnen doen wat hij denkt te moeten doen? Hoeveel vertrouwen ervaart hij van bestuur en directie om leerlingen vanuit zijn eigen authenticiteit en bewustzijn te mogen begeleiden zonder de prestatiedruk van bestuurlijke belangen en managementthema’s in zijn werk te voelen en ervaren?
Een gouden driehoek van leerling, coach en ouder kan pas werken als er sprake is van een veilige omgeving voor alle deelnemers waarin er een gezonde symbiose is met ouder, coach en medeleerlingen en bewustzijn van ieders kwaliteiten en ontwikkelpunten. Dat leidt tot authenticiteit die openheid en kwetsbaarheid mogelijk maakt en daarmee ontwikkeling. Zonder deze factoren mag je niet verwachten dat Agora onderwijs volledig tot zijn recht komt. En dat is naar mijn mening op dit moment aan de orde bij de Agorascholen waar bestuur, directie, management en coaches elkaar niet versterken maar tegenwerken (tegengestelde belangen) en bij alle uitzonderingen die momenteel al gemaakt worden door labelen en inschakeling van derden en experts buiten de school zoals bijvoorbeeld voor hoogbegaafdheid.
Aangezien Agora een ‘open systeem’ is en niet leeft op de basis van allerlei regels en processen die een schijnveiligheid en houvast bieden zoals het reguliere onderwijs, zijn we afhankelijk van hoe elkaars ‘systemen’ van coach, leerling en ouder elkaar ontmoeten. We komen immers allemaal uit een familiesysteem met onze eigen opvoeding, opgebouwde overtuigingen en conditioneringen; het gezin van de leerling, het gezin waarin de ouders zijn opgegroeid en hun levenswijsheid, het gezin van de coach, zijn opleiding en het systeem waarbinnen hij op school werkt. Hoe de driehoek er daarmee uit ziet is afhankelijk van de authenticiteit en het bewustzijn van elke deelnemer in de driehoek. Wat we allemaal willen is een gelukkig kind dat zelfbewust zich mag ontwikkelen.
De rol van de coach is daarmee niet alleen het coachen van het kind, maar ook het meenemen van de ouder in het groeien in zijn Agora ouderrol om de juiste omgeving te creëren. Het is van groot belang dat vanaf het bestuur tot aan het team van coaches dit doordringt om te voorkomen dat er onnodige druk komt te liggen op de schouders van de coaches, maar ook dat ouders de schuld van het niet slagen van het Agora onderwijs enkelvoudig bij de school neerleggen. Het is een cirkel waar je niet meer uitkomt en een oneigenlijke reden voor het eventueel falen van Agora onderwijs.
Mijn advies zou dan ook zijn om ook binnen de Agora organisatie de gouden driehoek mee te nemen als een ‘voorwaarde’ voor succesvolle coaching. Het is niet alleen belangrijk voor een coach zich af te vragen hoe bewust hij zich is van zijn kijk op ouders, maar ook de ouder te leren kennen en te doorzien wat er gebeurt in de relatie tot het kind. De coach zou als het ware een ‘ouderplan’ voor zichzelf mogen maken waarin hij vastlegt hoe hij wil investeren in de gouden driehoek richting de ouder. Ga je op huisbezoek, heb je een groepsapp of ouderapp? Waar liggen je grenzen qua bereikbaarheid?
Een coach kan hier niet slagen zonder volledige back-up van zijn collega’s en alle organisatorische schillen boven hem. Een regelmatige check of de 4 V’s voor hem zodanig ingevuld zijn dat hij authentiek en zelfbewust zich kan en mag ontwikkelen tot volledig Agoriaans meester is een absolute noodzaak om standvastig te kunnen blijven in de Agoriaanse leer.
Aanvullend heeft elke Agoraschool een visie nodig op zowel het ‘ontscholen’ van ouders om Agora ouder te worden als ook een visie op ouderparticipatie. Het zijn twee verschillende dingen -de eerste is een noodzaak is voor een effectieve leeromgeving en de tweede is een onderdeel van de leeromgeving- waardoor er ook twee visies nodig zijn.
Wat de leerling nodig heeft om volledig van Agora onderwijs te kunnen genieten is een goed werkende gouden driehoek die een vaste plaats heeft in de aanpak van school, coaches en ouders. Daarmee kan Agora onderwijs net zo goed plaatsvinden in een gebouw met WIFI, als die authentieke en zelfbewuste coaches en ouders er maar zijn ;-)
Reactie plaatsen
Reacties