
‘Leerlingen melden zich vaker ziek door stress’ meldt de NOS vanmorgen. Het is te hopen dat we hier niet verbaasd over zijn.
Die constatering wordt gevolgd door het er sneller bij moeten zijn, sneller constateren, zodat mensen niet uitvallen, dus het is voorspelbaar dat ‘artsen meer preventie willen’. We zoeken dus de oplossing bij artsen. Zo kijken we tegenwoordig toch naar ons welzijn? Pleisters plakken in plaats van de oorzaak aan te pakken?
Een zeer ongezonde manier om naar onderwijs te
kijken. Wordt het niet eens tijd ons onderwijssysteem failliet te verklaren?
Tijdens de coronaperiode werd duidelijk zichtbaar hoe ons systeem werkt, toen we regelmatig koppen in
de kranten zagen dat leerlingen ‘achter’ liepen. De vraag die niet gesteld werd was: Achter
lopen op wat? Hun eigen ontwikkeling of achter op het systeem? Het is flauwekul dat een
kind achterloopt in zijn eigen ontwikkeling. Achterlopen op een systeem is echter aan de
orde van de dag! We pompen maar geld in het onderwijssysteem en proberen onderwijzers
het systeem in te praten. Het lijkt veel op water naar de zee dragen als we niet onze kijk op
het onderwijs veranderen.
Kinderen worden in systemen gestopt die we met z’n allen ooit bedacht hebben en
voortkomen uit onze gedachten over welvaart en economische groei als indicatoren voor
vooruitgang. Welzijn en bewustzijnsontwikkeling lijken we helemaal vergeten. We blijven
stug doorgaan met het in stand houden van systemen die we ooit bedacht hebben in plaats
van gezond ernaar te kijken wat we er nu eigenlijk mee bereiken?
Nog triester wordt het als we kijken naar de uitval van kinderen die niet passen in het
systeem; Voor de duizenden kinderen die thuiszitten is er geen perspectief. En vele
perspectieven die wel worden geboden worden in de kiem gesmoord door achterhaalde
wetgeving uit de jaren zestig. Ouders van meer of minderbegaafde strijden voor hun kind
dat het gezien en gehoord mag worden zoals het is. Labels zijn nodig en stoten kinderen uit
hun sociale netwerken, ze kunnen niet mee. Ondertussen ploeteren ‘normale’ kinderen door
om met goede cijfers en het halen van papiertjes aan te tonen dat ze goed genoeg zijn. Wat
een krampachtigheid!
Wie van ons ouders heeft zijn kind leren draaien, kruipen, lopen, praten? We vinden het
wonderlijk dat het zomaar gebeurt en kijken er met verbazing naar. Zolang we ons maar niet
gek laten maken door de groeicurves van het consultatiebureau gaat het eigenlijk gewoon
vanzelf. Het ene kind zal er iets langer over doen, het andere is sneller ergens aan toe. We
kennen de frustratie als omrollen niet lukt, als het kruipen te langzaam gaat en zien ze
vallen, huilen, krijsen. We moedigen aan, vangen op, pakken aan het handje als dat nodig is.
Maar toch staan ze elke keer vanzelf weer op, omdat ze het ‘zelluf’ willen leren.
Waarom hanteren we dat principe niet meer als ze naar school gaan? Innovaties als Agora
onderwijs gaan hier wel van uit. Het ontbreken van klassen met eenzelfde leeftijd en niveau
haalt de normering weg waaraan kinderen ‘moeten’ voldoen en voorkomt segregatie aan de
bron. Agorakinderen voldoen als ‘zichzelf’. Leerkrachten krijgen er de gelegenheid hun
passie voor het begeleiden van kinderen in de kern uit te oefenen en hun kennis en ervaring
te delen door te inspireren, te motiveren. Het brengt ons terug naar de ‘naaktheid’ en
daarmee kracht in onszelf. Bewustwording van wie we zijn en wat we kunnen bijdragen. We
zijn het met elkaar verleerd.
Ook bij Agora onderwijs is er in de laatste jaren toch de dwangbuis van het diplomatraject.
Het halen van een papiertje omdat we er krampachtig aan vasthouden, dat er bewijs moet
zijn dat iemand iets is en kan voor het vervolgonderwijs. Na een aantal jaren ‘ontscholing’
waarin de kern van het kind kan floreren en tot bloei mag komen op basis van intrinsieke
motivatie en het internaliseren van kennis en vaardigheden die betekenisvol zijn, duwen we
er weer een externe USB-stick in met dat wat het systeem nou eenmaal verlangt. We zien
duidelijk wat dat doet; kinderen doen wat het systeem verlangt. Ze focussen op het halen
van voldoendes en ervaren opnieuw stress en faalangst of ze wel ‘goed genoeg zijn’. Net
zoals hun ouders die willen dat hun kind ‘slaagt’. Slagen waarvoor eigenlijk? Het systeem,
niet voor ‘het leven’. We zijn bang geworden niet te slagen als we op de potentie
vertrouwen die onze kinderen hebben en hangen ons op aan diploma’s en labels voor
zekerheid.
Organisaties als Agora Underground, Spirare en hoogbegaafdenscholen, scholen voor
minder begaafden maar ook jeugdpsychologen en kinderartsen, de hele
hulpverlenersindustrie: ze vangen onze uitvallers op. Het zijn de slachtoffers van ons
systeem. Het is het nodig het huidige onderwijssysteem failliet te durven verklaren. Niet
omdat kennis niet meer belangrijk is of onderwijzen geen plek meer heeft, maar omdat we
het anders moeten willen inzetten. Dat vergt anders kijken naar welzijn, groei en
ontwikkeling dan we tot nu toe gedaan hebben. Zolang we dat niet durven blijven we
pleisters plakken.
Reactie plaatsen
Reacties