Ontbreken van bescheidenheid grootste risicofactor voor lerend vermogen Agora onderwijs

Gepubliceerd op 12 mei 2022 om 08:58

In mijn blogs laat ik mij leiden door het onderschrijven van de Agora visie. Ik ben me er bewust van dat nog niet alles loopt zoals we dat zouden willen. Dat merk ik des te meer sinds ik meer verzoeken van ouders krijg om advies waar de realiteit afwijkt van de visie. Ook zelf hoor ik die verhalen.

 

Veel daarvan is te 'wijten' aan de vereiste cultuur van collectieve verantwoordelijkheid en het werken in teams die je nodig hebt om Agora onderwijs als een vanzelfsprekendheid verankerd te krijgen in je school. De eigenzinnigheid en eigenwijsheid zit in de weg van het lerend willen zijn en aan willen nemen dat wat er al ontwikkeld is niet opnieuw ontwikkeld hoeft te worden. Aan de onwil om niet alles zelf te willen doen. Aan verschillende belangen in verschillende lagen van de organisatie en elkaar onvoldoende kennen en begrijpen. Het vraagt een houding van nederigheid om de levensvatbaarheid van een onderwijsvernieuwing die vele systeemfouten weg kan doen vagen te garanderen. Zonder die houding kun je niet leren. Niemand. Leerlingen niet, ouders niet, coaches niet, directies niet en besturen niet. We zijn allen slechts een radertje in het gehele systeem!

Ik gooi graag de knuppel in het hoenderhok: Het ontbreken van bescheidenheid is de grootste risico factor voor het lerend vermogen van (agora)onderwijs!

Ik hoor verhalen van ouders van hoogbegaafde kinderen waarvan de kinderen geen veilige en vertrouwde omgeving ervaren om zichzelf te durven zijn. Waarbij de hulp van een label en externe expertise nodig lijkt om ‘iets met het kind te kunnen’.

Ik hoor verhalen van ouders die weinig verbondenheid met Agora ervaren en communicatie missen over wat de school aan het doen is. Die niet weten wat er verwacht wordt aan ouderparticipatie of nog steeds wachten tot er wat gebeurt?

Ik hoor verhalen over scholen die hun eigen keuzes maken voor een regulier programma van toetsing en afsluiting (PTA) en blijkbaar hun eigen format erdoorheen drukken belangrijker vinden dan Agoriaans zijn.

Ik hoor verhalen dat adviezen van ervaren coaches binnen een nieuwere school niet opgepikt worden omdat het allemaal zo lekker nieuw ontworpen moet worden.

Ik hoor verhalen over de wens van sterke groei van het aantal leerlingen van besturen en regels door directies met een team van coaches dat zich onbegrepen voelt, terecht of niet.

Ik hoor verhalen van ouders die zich inzetten voor ouderparticipatie en hard moeten trekken en duwen om iets van de grond te krijgen en te houden totdat het genoeg is en men weer van vooraf aan kan beginnen.

 

Zucht!

 

Het verbaast me niet. Ik signaleerde al in 2017 een aantal kritische succesfactoren voor succesvolle Agorascholen. Natuurlijk zijn er nog steeds vele goede doorontwikkelingen, maar als ik deze verhalen zo op een rijtje zet, dan mis ik de belangrijkste succesfactoren voor een succesvolle Agoraschool: een andere cultuur en verandermanagement. Verslik je niet in het veranderen van een individualistisch gerichte cultuur naar collectieve verantwoordelijkheid en in een team kunnen werken. Een team is meer dan het samenvoegen van mensen. Het vergt een compleet andere houding en instelling. Om dat te kunnen realiseren is meer nodig dan zelfsturing en zelforganisatie. Mijn artikel ‘De groei van een Agora-school; bouwstenen voor een blauwdruk gaat daarover’. Het vergt daarnaast een grote mate van bescheidenheid in het besef dat je een klein onderdeel bent van een geheel nieuwe onderwijsinnovatie die bestaansrecht verdient. Wat daar nog bij komt is dat Agora onderwijs kinderen een kans geeft die elders buiten de boot vallen waardoor er extra druk is bij het team van coaches. Misschien wel een groot succes dat niet als zodanig ingecalculeerd was.

 

Ik kom zelf niet uit de onderwijssector. Ik ervaar enthousiaste mensen, gepassioneerd voor dat wat ze doen. Altijd druk. Maar ook een gesloten systeem dat in zichzelf rondjes draait alsof het oogkleppen op heeft voor de buitenwereld. Ik ervaar een weinig lerende houding en een onzichtbare belemmering om echt van elkaar dingen aan te nemen en het gewoon te doen! Eigenzinnig en eigenwijs. Er is veel buiten de onderwijssector waarvan ik weet dat Agora onderwijs er zoveel mee zou kunnen; Management van verwachtingen, communicatie naar diverse doelgroepen, organisatie-inrichting, het organiseren van de pijler ouders en andere externen, het vormgeven en organiseren van community-avonden, informatieverstrekking, promotie. Al die taken die niet primair bij de coaches liggen maar ook niet per definitie een expertise zijn van directie en besturen die vaak zijn doorgegroeid vanuit het onderwijs zelf. Wat ik ervaar is het ‘zelluf’ willen doen, alles!

 

Het lijkt wel alsof elke Agoraschool zijn eigen Arc de Triomphe wil bouwen en liever het wiel opnieuw uitvindt dan dat het aanneemt dat leerervaringen elders ook voor hen van toepassing zijn. Met de opgerichte Agoravereniging zouden scholen zich in hun handen moeten wrijven vanwege de kans samengebundelde kennis en ervaringen gretig af te kunnen nemen. Dat vergt echter dezelfde open leerhouding en aanname dat een ander al iets goeds bedacht kan hebben dat je zomaar kunt overnemen. Praktisch gezien scheelt het geld en tijd en energie. Toch is het ook vaak zo, dat de eigen identiteit van de school de boventoon moet voeren boven het belang van kwalitatief Agora onderwijs.

 

Besturen en directies staren zich blind op het nieuwe onderwijs en wensen grote aantallen leerlingen. Coaches zien zich gesteld voor de ontwikkeltaak tot Agoriaans meester en dat is veel meer dan het ‘flikken van een kunstje’. Die twee botsen en ergens is er een vacuüm tussen beide lagen. Tegelijkertijd komt daar - met een grote groei aan leerlingen, gewenst door directie en bestuur - de druk van een grotere groep ouders die verwachtingen heeft en nog totaal geen ervaring met Agora in praktijk. Zelfsturende en zelforganiserende teams zijn bliksemafleiders, zowel voor besturen en directies als coaches en vakexperts als er geen gezamenlijke gedragen cultuur, organisatie-inrichting en besturing is. En die ontbreekt of botst.

 

De gevolgen? De neiging van besturen en directies om te gaan sturen. Een gat tussen werkvloer en management enerzijds en directie en bestuur anderzijds. Je kan niet verwachten dat een bestuur maar blijft vertrouwen dat het wel goedkomt. Het is ijdele hoop dat een cultuurverandering zomaar ontstaat. Zolang bestuur, directie, management en team van coaches niet eenzelfde visie ervaren in de praktijk loopt het mis. Dat vergt begrip van elkaars werk en belangen en een gedragen besluitvorming en zijn die er? Het gevaar? Terug naar een reguliere vorm van onderwijs die wordt overheersd door regels, procesbeschrijvingen en controle en beheersing.

 

Wie is de dupe? De leerling! Zijn uniciteit raakt uit het zicht, zijn benadering wordt gestandaardiseerd. Ik vond de keuze om van individuele creatieve werkplekken in een grote ruimte naar standaard werkplekken in coachgroepen teruggaan al niet de mijne. Bewegingsvrijheid is ingeperkt door op je plaats te blijven zitten en verantwoording af te leggen als je je wil verplaatsen. Waar blijf je dan met je vertrouwen en het neerleggen van de verantwoording voor de eigen challengevoortgang bij het kind? Deze stappen hebben meer te maken met de mogelijkheid voor een coach te weten wat een kind doet en daarachter zit volgens mij vooral de gevoelde resultaatgerichtheid en gevraagde verantwoording.

 

Deze gevoelde verantwoording is er niet alleen door bestuur, directie of management, maar ook door de ouders. Ouders die te ver af zijn komen te staan van wat Agora nou inhoudt voor hun kind of die nog niet eens ontschoold zijn. Daardoor kunnen zij onbewust tegenwerken en het de coach extra moeilijk maken, net als hun eigen kind. Daarbij merk ik wel op, dat Agora onderwijs ook vele kinderen aantrekt die al buiten het reguliere systeem vallen en (meervoudig) gelabeld zijn en hun ‘laatste’ kans zien in Agora onderwijs. Vergeet daarbij vooral ook de ouders niet met hun eigen trauma’s waarvan ze verlost mogen worden en waarvan je last kunt hebben in de coaching van het kind, op allerlei manieren. Het kunnen loslaten, maar misschien ook wel meer grenzen stellen. Misschien dat wel onderschat is hoeveel extra tijd, energie en vaardigheden het kost om deze leerlingen en ouders als ‘normaal’ onderdeel uit te laten maken van de community waardoor ze ook ten volle kunnen genieten ervan. En misschien lukt dat ook in gevallen niet. Het komt in ieder geval nog boven op de schouders van de coaches!

 

Het wordt een selffulfilling prophecy. In je dwangmatige streven om zo lang mogelijk innovatief te zijn raak je het kwijt. Je raakt verkrampt en in zo’n situatie kun je niet meer vrij handelen, niet meer authentiek zijn, niet meer open staan. Je raakt de focus op de leerling kwijt, je intentie voor collectieve verantwoordelijkheid. Eigenzinnigheid gaat de boventoon voeren, op elk niveau binnen de school vanuit de behoefte aan ervaren veiligheid. Je gaat roepen dat er leiding nodig is, je wil procesbeschrijvingen voor houvast. Niet om gezamenlijk werken mogelijk te maken, maar om te kunnen beheersen. Er komt verstarring, naar het kunnen helpen van de leerling en naar het kunnen luisteren naar de ouder. Je constateert dat er leerlingen zijn die je niet kunt helpen en zoekt opnieuw naar labels en externe hulp. Ouders voelen zich opnieuw niet gehoord en herkennen hun kinderen niet. Je raakt het kwijt, de uniciteit van eenieder en de zo kwetsbare benodigde openheid in de gouden driehoek.

 

Agora onderwijs neerzetten start met een gedegen aanpak van de cultuurverandering die coaches ondersteunt in het worden van een Agoriaans meester en dat doe je door te sturen. Innoveren en pionieren kun je een paar jaar, als je klein bent. Op het moment dat de kleinschaligheid verdwijnt heb je al jaren ervoor een gedegen organisatieopbouw liggen hoe je de innovaties behoudt, hoe je ouderparticipatie professioneel opzet en onderhoudt. Het is in essentie zo moeilijk niet, deze organisatie-aanpakken zijn er al jaren…. Buiten de onderwijssector.

 

Er is de bescheidenheid nodig dat je slechts een radar in het systeem bent van een mooie onderwijsvernieuwing die Agora heet en die radicaal afrekent met ‘systeemfouten’ uit het verleden. De nederigheid om je individuele identiteit in te willen leveren voor het collectieve belang van kwalitatief, landelijk Agora onderwijs. Het vraagt van elke geleding binnen de school het inleveren van individuele eigenwijsheid voor collectieve verantwoordelijkheid, het je beperken tot je kerntaken en de kwetsbaarheid en kracht om andere expertises de school binnen te halen en je organisatie te laten aanvullen. Het vraagt het lerend vermogen om aan te nemen wat een ander al ontwikkeld heeft zonder morren en zonder ja te zeggen en nee te doen. Als je dat durft, dan is er veel meer kans van slagen op continuering van kwalitatief uniform Agora onderwijs in Nederland. En laat de Vereniging Agora Onderwijs daar dan alsjeblieft de trekker van zijn! 


«   »

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.