Het begint altijd met de factor 'blij'

Gepubliceerd op 10 februari 2021 om 14:20

Een van de eerste coaches die ik leerde kennen bij Agora was Tim Slot, vanaf 2014 betrokken bij de uitwerking van de Agoravisie in de praktijk. Vanaf januari 2021 begeleidt Tim -onder de vlag van de Vereniging Agora Onderwijs[i]- thuiszittende leerlingen op basis van de Agoravisie. Ik laat hem als bloggende ouder niet vertrekken zonder hem uitgebreid te bevragen hoe hij naar het Agora-onderwijs kijkt na al die jaren en welke eigen-wijsheden hij met ons kan delen? In deze langere blog in interviewvorm: Tim Slot aan het woord!

Wat ga je nu doen voor Agora?

Anderhalf jaar geleden ontdekte ik mijn affiniteit met het zorgstukje rondom leerlingen met de Tendogroep[ii] in Roermond. In gesprek met Jan Fasen stelde hij mij de vraag: “Als je dit hele Agoragebeuren nog een keer opnieuw zou doen, maar wel met de ervaring van nu, zou je dat dan weer doen?” Dat was natuurlijk een ‘no brainer’: Onmiddellijk! Ja! Ik onderschrijf het gehele idee van Agora nog steeds! “Ik ga je morgen bellen” zei Jan. De dag erna een gesprek; Jan schetste zijn pleidooi met buikpijn voor thuiszitters en daarmee het baantje van de Tendoklas maar dan op landelijk niveau. Vanaf 25 januari werk ik voor Agora Underground[iii] en begeleid ik in eerste instantie 8 thuiszittende leerlingen landelijk vanuit de Agoravisie.

 

Hoe kijk jij naar de rol van ouders – ouderparticipatie - binnen het Agoraonderwijs?

Op het kleinste niveau zijn ouders betrokken bij alles wat het kind doet, zoals feedback aan je ouders vragen voor je challenges. Je hebt als coach frequent contact met ouders, ook als er niks aan de hand is. Dat kan ook via een ‘updatemail’. Je ziet bij meer ervaren coaches dat oudergesprekken steeds meer verankerd worden in hun routine. Op organisatieniveau heb ik me niet bemoeid met ouderparticipatie.

Een van de dingen die ik goed vond werken is dat we ouders zien als ‘resources’. Toen de leerlingen zelf in een schooljaar geïnventariseerd hadden wat hun ouders konden bijdragen, toen hadden we die ouderkaarten fysiek in alle lokalen opgehangen (noot Miriam: ‘ouderpaspoorten’). Als dan een leerling hulp nodig had, dan vroeg ik hem de coachlokalen door te lopen en de ouderkaarten te bekijken. Als je iets niet begrijpt, dan kun je dat aan de leerling vragen: “Hey, wat doet jouw pap of mam?” Als je terugkomt met een lijstje met namen, dan gaan we samen zitten om een mail te maken om met die mensen in contact te komen. Ik heb daar echt geweldige dingen gezien! Een van de leerlingen is toen meegelopen met een vader die bezig was met biochemische genetica en ze kwam wild enthousiast terug met:, “Dit is wat ik wil gaan doen!” Je hoeft het allemaal niet moeilijk te maken met netwerkborrels en systemen en zo! Dat kost je organisatie, tijd en energie. Als je meer dan drie zinnen nodig hebt om het uit te leggen, dan is het te complex, doe het dan niet!

 

Is Agoraonderwijs mogelijk zonder ouderparticipatie als inspiratiesessies en workshops?

De inspiratiesessies liepen een tijd lang goed, er kwamen ouders, studenten, bekenden van ouders langs. Dat werkte fantastisch en is wenselijk! Maar noodzakelijk? We doen het nu ook zonder.

 

Als je morgen een nieuwe Agoraschool mag starten, wat is dan het belangrijkste?

Agora staat of valt met het team. Ongebreideld groeien op basis van aanvraag, daar zou ik niet voor kiezen, daar sta ik niet achter. Kwaliteit is voor mij kwaliteit in het begeleiden van mensen en dat gaat hand in hand met kleinschaligheid. Dat maakt het behapbaar, daar krijg je ook dat gevoel van cohesie van binnen het team. Als een groep voor elkaar door het vuur wil gaan, dan straal je dat uit naar de kinderen en naar buiten toe. Als je die cohesie verliest, dan ga je het hebben over de organisatie, over afspreken en elkaar aanspreken en dan ben je het teamgevoel kwijt.

 

Hoe werkte dat dan voor Agora Roermond?

Omdat het zo groot is geworden is er nog maar een oplossing en dat is een strakke hiërarchische lijn.


Of kleinere teams?

We hebben vijf teams en ook die wil je centraal sturen omdat in theorie uniform werken de kwaliteit van je ondersteuning moet waarborgen. Dat is de ellende als je te vroeg en te snel groeit. Kies liever voor ‘doe minder, maar doe het beter’. De begeleiding, de challenges, en de weg naar het eindexamen waren nog niet uitgewerkt, toen er van alles bij kwam en het groter moest. Dat heeft met geld te maken, ook Agora ontkomt daar niet aan. Nabijheid, investeren in de ander, dat kost gewoon geld.

 

Hoe werkt het met coachend leiderschap, zelfsturende en zelforganiserende teams?

Met coachend leiderschap richt je je op je mensen en op het bij elkaar houden van het team, dat staat voorop! Zelfsturend zijn wil niet zeggen dat je alles zelf moet doen. Je moet teamrollen afspreken, daaraan vasthouden en het goed vastleggen. Niet hiërarchisch, dat is niet de bedoeling! Zie structuur als een stukje voorspelbaarheid en duidelijkheid zodat je niet meer hoeft na te denken over bepaalde dingen die je eigenlijk automatisch zou moeten kunnen doen.

 

Welk advies geef je aan nieuwe Agorascholen?

Let erop dat het niet blijft draaien om ideeën en vernieuwing, zorg voor een balans met mensen die juist conservatief zijn die kunnen organiseren, behouden en zorgen. Zorg voor eigenaarschap om versplintering te voorkomen. Geef mensen de tijd om zich het werk eigen te maken; het duurt ongeveer twee jaar voordat iemand lekker in zijn job zit en ook dan pas kun je gaan kijken wat beter kan. Je bent als beginnend coach maar met één ding bezig: Doe ik het wel goed? Je hebt behoefte aan iemand die je in het begin vooral de hand boven het hoofd houdt en zegt: Waar zit je mee? Waar kan ik je mee helpen? Hoe kan ik mijn ervaring jou ten dienste stellen? En dat kost tijd en geld. Innovatie is per definitie niet efficiënt! Dat moet je goed regelen!

 

Wat moet een Agoracoach kennen en kunnen?

Het is handig om van heel veel dingen een beetje te weten, omdat je dat helpt met verbanden leggen en leerlingen op weg helpen. Je hebt een gedegen basis aan getallen en taal nodig. Het is eerder een PABO-achtige structuur dan wat anders. Een andere achtergrond, een interessante hobby, een ander beroep of specifiek expertiseveld wat niet perse een vak is helpt je ook in je coaching.

 

Hoe zit het met kennis van leerstrategieën om als coach in te kunnen spelen op het kind?

Bij Agora ben ik erachter gekomen hoe waardevol je leerstof is tijdens je opleiding en bij Agora krijgt deze praktische waarde. Ik ben opnieuw de boeken ingedoken om mijn kennis op te halen en te verrijken, tot aan Piaget[iv] toe. Maar het moet meer verankerd worden binnen de organisatie in de werkwijzen en coaching.

 

Wat is in de Agora-jaren voor jou een hoogtepunt geweest?

Na mijn reis voor Agora naar een collega-school in de VS ben ik echt gaan zien dat de Agoravisie in de praktijk kan werken. Er is geen man overboord als een kind een half jaar lang op zijn gat zit. Het Ministerie van Onderwijs, je ouders en anderen proberen je wijs te maken, dat je een achterstand oploopt. Onzin! Stilstaan hoort ook bij je ontwikkeling. Je hoeft de leerling dan niet aan zijn lot over te laten, je kunt hem in een gecontroleerde –veilige- omgeving laten ervaren dat hij op stand-by staat. Je mag erop vertrouwen dat kinderen willen leren; Kinderen zijn vanaf de dag dat ze uit hun moederschoot vallen geprogrammeerd om te leren. Vertrouw er dan ook op dat er een moment komt dat het kind zegt: “Ik wil dit niet meer!” Dan pas gaat hij echt hulp omarmen, dan wil hij aanpakken en dan kun je er als coach op inspelen. Zo hoef je het natuurlijk niet altijd te doen, er zijn genoeg leerlingen die dat niet nodig hebben.

 

Hoe kijk je naar de druk van het toewerken naar het eindexamen in x jaren?

Waar je in geïnteresseerd bent is of het kind in beweging is of niet? De beste metafoor is nog steeds: Je kunt een wortel niet harder laten groeien door eraan te trekken. Jij moet als coach hard werken en blijven voeden; Waar zit de trigger nou? Waar is het kind gevoelig voor en wat werkt voor hem of haar? Waar wordt het blij van? Het begint altijd met de factor blij! Dat is niet alleen voor kinderen, maar voor alle mensen zo! Als coach ben je verantwoordelijk voor het eindproces; Daar krijg je als coach zelf stress van. Je moet dat laten varen, want dat projecteer je op de kinderen. Jij bent het hitteschild voor het kind, jij moet de ellende van de onderwijslijstjes van ze afhouden.

 

Kan Agora onderwijs optimaal functioneren met een centraal eindexamen?

Het hebben van een benchmark en eisen waar je aan moet voldoen is helemaal niet erg. Aan het einde van de rit wil je ook niet dat je kinderen watjes worden. Je mag als leerling best een keer stress hebben, leren omgaan met druk en tegenslag, negatieve emoties, dat hoort er allemaal bij! Een centraal eindexamen kan daar prima voor helpen. De vraag hoe je daar naartoe gaat en hoe je examineert, daar kun je nog vragen over stellen. Studeren is een vaardigheid die je je op een gegeven moment eigen moet maken. Dat moeten we van kinderen kunnen vragen; Bezig zijn met je leerstrategie, en weten waar je naartoe wil, dat is op weg zijn naar zelfstandigheid.

 

Wat laat je achter bij Agora Roermond? Was jij niet degene die zei: “Ik moet kinderen leren dat als ze zich iets voornemen dat ze dat weg moet zetten in de tijd? Met een planning?

Ja, absoluut, dat heb ik geleerd omdat ik zelf zo’n chaoot ben. Ik ben niet gestructureerd, ik ben gedisciplineerd. Dat is wat ik geprobeerd heb aan de kinderen mee te geven. Je mag ervaren dat je de tering naar de nering moet zetten om een resultaat te bereiken. Maar mijn grootste bijdrage is denk ik mijn tomeloze energie. Ik heb gegeven wie ik ben.

 

Waar ben je ontzettend blij mee dat je dat voor mekaar hebt gekregen bij Agora? Persoonlijk? Ik heb Sjuuls voor mij gewonnen. Dat is mijn grootste triomf!

 

Dankjewel Tim, voor je enthousiasme en tomeloze inzet van afgelopen jaren –en ik weet zeker dat ik je namens vele ouders dankjewel zeg! Ook dankjewel voor de gesprekken die ik afgelopen jaren regelmatig met je heb gevoerd voor mijn blogs! Ik wens je een grote factor BLIJ toe in je nieuwe uitdaging bij Agora Underground!

 

[i] De vereniging Agora Onderwijs wil het Agora-onderwijs op scholen in Nederland en andere landen verder uitbouwen en ontwikkelen vanuit de gemeenschappelijke Agora-visie. Lees meer op: https://www.verenigingagoraonderwijs.nl.

[ii] De Tendogroep in Roermond was een kleine groep leerlingen die al langer thuis zat en via begeleiding en ondersteuning van Agoracoaches weer de stap naar school en onderwijs heeft gezet. De leerlingen zijn na korte tijd al in staat geweest om in te stromen in de ‘gewone’ coachgroepen. Tendo komt uit het latijn en staat voor: proberen, pogen.

[iii] Wil je hier meer over lezen: Lees dan de blog van Jan Fasen, Voorzitter Vereniging Agora Onderwijs op zijn website: http://janfasen.nl/2021/01/24/jonge-thuiszitters-uit-de-schaduw/

[iv] Toelichting: Jean Piaget is een belangrijke ontwikkelingspsycholoog die leefde van 1896 tot 1980. Eén van zijn bijdragen aan de psychologie is onder andere dat het potentieel om te leren en om bepaalde evenementen bewust te ervaren zich ontwikkelt met de leeftijd. Deze theorie wordt de cognitieve ontwikkelingstheorie genoemd. Piaget formuleerde vier verschillende stadia in de ontwikkeling van het kind. Een 'normale' ontwikkeling bestaat volgens Piaget niet. Een leerling kan in verschillende periodes tegelijkertijd zitten, er is dus geen strikte volgorde of scheiding van de vier periodes. Inzicht in de ontwikkeling van kinderen, de manier waarop ze denken en leerstrategieën hanteren, helpt de leerkracht om leerlingen goed te kunnen begeleiden bij het leren. Weten hoe een kind leert is dus belangrijker dan kennis over wat een kind moet leren (https://wij-leren.nl/piaget.php - kennisplatform voor het onderwijs). 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.